Klaarzetten

- 4 turnmatjes
- 24 pilonnen/hoedjes
- 4 dobbelstenen

Opdracht

Iedere groepje staat op een matje met voor zich 6 pilonnen. Iedere groep heeft een dobbelsteen. Één leerling dobbelt, het nummer van de dobbelsteen is het nummer waar de leerling naar toe moet rennen. Dobbelsteen nr 3, de leerling loopt naar pilon 3. Daar aangekomen legt de leerling pilon 3 plat. Nu gooit leerling 2, het spel gaat net zo lang door tot alle pilonnen plat liggen. 

Regels

- Één leerling loop per keer naar de pilon.
- Als er een nummer wordt gedobbelt die al plat ligt moet de groep daar toch naar toe rennen.
- Om de beurt dobbelen.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Loopt 't Leerling weet niet naar welke pilon hij moet lopen. Laat de leerling hardop tellen welke pilon bijvoorbeeld nummer 3 is, daar moet de leerling dan naartoe lopen.
  Er wordt vals gespeeld, ze lopen naar een pilon zonder dat ze dat nummer gedobbelt hebben. Eerlijk spelen staat centraal, geef dit vooraf duidelijk aan. Als je ziet dat een leerling valsspeeld, kan het team niet meer winnen.
  Als alle pilonnen om liggen zijn de kinderen blij dat ze bijvoorbeeld als 1ste zijn, ze gaan rennen en juichen. Geef aan dat wanneer het team klaar is en alle pilonnen om liggen ze gaan zitten en stil zijn, het team dat dat het eerste doet; wint!