Klaarzetten

Organisatie

  • Met de gehele groep in een halve zaal.
  • De kinderen werken in de breedte van de zaal.
  • De leerkracht en drie kinderen stellen zich naast het veld op (twee aan twee).

Arrangement

  • De halve zaal (station 1 en 2)
  • Alle beschikbare ballen.

Opdracht

Doel

  • De les in een plezierige sfeer gezamenlijk beëindigen.

Overstekende tennisballen

  • De kinderen steken op het startsignaal van de leraar in de breedte van de gymzaal over (twee veldjes).
  • Drie kinderen en de leerkracht rollen ballen over de grond naar de overkant.
  • Op het startsignaal van de leerkracht steken de kinderen over en worden de ballen gerold,
  • Wie wordt er geraakt?

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Loopt 't Worden de kinderen veel te snel of te weinig geraakt? Gebruik respectievelijk minder of meer ballen.
Lukt 't bijna Gooien de kinderen te hoog? De bal moet zonder stuit over de grond rollen.
Lukt 't beter Gaat de oefening goed? Laat de kinderen zelf kiezen wanneer ze oversteken.
Leeft 't Is het niet afwisselend genoeg? Laat kinderen zichzelf beschermen (afweren) door gebruik van de handen.
Loopt 't   Neem als leerkracht een plek naast de baan in; degene die af is kan meehelpen.
Lukt 't beter   Laat de kinderen gooien via de grond.
    De kinderen mogen niet meer springen om de bal te ontwijken, alleen maar versnellen of vertragen.
Leeft 't   Laat de kinderen rondlopen; heen over het ene veldje, terug over het andere veldje.