Klaarzetten

  • 3 schijven
  • 15 pylonnen

Opdracht

  • Verdeel de klas in groepen van 6 leerlingen.
  • 1 Leerling staat in het midden, de andere 5 maken een kring om hem/haar heen met een afstand van ongeveer 5 meter tot de leerling in het midden.
  • Leerling 1 uit de kring rent naar de leerling in het midden toe en krijgt de schijf aangespeeld, gooit de schijf terug en loopt weer terug.
  • Vangt leerling 1 de schijf niet, dan rent hij/zij een rondje om de kring heen.
  • Vangt de leerling in het midden de schijf niet, dan wisselt hij/zij met de leerling uit de kring die als laatste is aangespeeld.

Regels

Vangen:

  • Kijken naar de schijf totdat je hem stil in je hand(en) hebt.
  • Met 2 handen vangen, één bovenop de schijf, één eronder.
  • Handen boven elkaar - je moet kunnen klappen als de schijf er niet tussen zou zitten.
  • Met één hand vangen: wanneer mogelijk vingers in de rand (meer grip op de schijf), goed blijven kijken totdat je hem stil in je hand hebt.

Gooien backhand:

  • Pak de schijf vast met 4 vingers in de rand en je duim bovenop de schijf.
  • Stap met je rechter been uit, kruislings voor je linker been.
  • Houd de schijf links langs je lichaam, ongeveer 5 centimeter onder je oksel.
  • Gooi de schijf naar voren, en wijs hem met je hand na.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Later De schijf wordt gemakkelijk gevangen. Maak de kring groter.
    Zet één leerling in het midden.
Loopt 't De handen zijn wel in de goede positie, maar de schijf wordt niet gevangen. Ga klaarstaan met één hand onder en één hand boven, zodat de schijf ertussen vliegt.
  De vanger kan de schijf niet vangen, doordat de handen niet boven elkaar zijn. Klap een paar keer in je handen, zodat je handen goed boven elkaar geplaatst zijn.
  De schijf wiebelt te veel. Blijf oefenen! Het gaat vanzelf beter naarmate je vaker gooit.
Lukt 't bijna De schijf draait niet snel genoeg. Zorg ervoor dat je met je pols het laatste zetje geeft.