Klaarzetten

  • 10 schijven

Opdracht

  • Splits de groep in tweeën.
  • Laat de groepen 2 rijen naast elkaar maken.
  • De voorste leerling in de rij heeft een frisbee vast.
  • De tweede in de rij rent naar voren.
  • Na 5 passen gooit de leerling de schijf voor de leerling uit.
  • De leerling rent door om de schijf te vangen.
  • Als de leerling de schijf heeft gevangen, rent hij weer terug naar de rij en geeft de schijf door naar voren.
  • De leerling die heeft gegooid gaat rennen, leerling 2 in de rij wordt leerling 1 en gaat de schijf gooien.

Regels

Vangen

  • Kijken naar de schijf totdat je hem stil in je hand(en) hebt.
  • Met 2 handen vangen, één bovenop de schijf, één eronder.
  • Handen boven elkaar - je moet kunnen klappen als de schijf er niet tussen zou zitten.
  • Met één hand vangen: wanneer mogelijk vingers in de rand (meer grip op de schijf), goed blijven kijken totdat je hem stil in je hand hebt.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Lukt 't bijna De schijf wordt niet gemakkelijk gevangen. Gooi de schijf eerder naar een andere leerling, zodat die makkelijker gevangen kan worden.
    Gooi de schijf dichter bij de andere leerling.
Later De schijf wordt gemakkelijk gevangen. Ren verder weg.
    Geef een curve aan de schijf tijdens het gooien.
    Zet een eindvak uit en probeer nu de schijf in het vak te vangen.
Loopt 't Het wachten in de rij duurt te lang. Vorm nog een rij, 5 meter naast de oorspronkelijke rij, en laat daar een leerling gooien.
Later   Ren met 2 leerlingen tegelijk naar voren. Degene die de schijf vangt, wint!

 

Extra tips:

  • Laat de leerlingen met een boog terugrennen, zodat ze niet in de baan van de volgende komen.
  • Zorg ervoor dat de leerlingen de schijf terug bij de docent leggen, zodat die kan blijven gooien.